dinsdag 29 oktober 2013

Persbericht van Koninklijk Instituut Van Ingenieurs 29 oktober 2013



DEN HAAG – 29 oktober 2013



Technische kennis van levensbelang voor Defensie

Bij defensie is techniek vaak letterlijk van levensbelang. Bijhouden van nieuwe ontwikkelingen, intensieve samenwerking en behoud van kennis en kwaliteit is daarom cruciaal, aldus de Afdeling Defensie en Veiligheid van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs KIVI NIRIA, in reactie op de Defensienota In het belang van Nederland.

De defensienota vraagt om méér defensie-inspanningen, maar de huidige plannen voldoen daar nu niet aan. De minister zou daarom moeten aangeven wat er bovenop de gemaakte keuzes nodig is en een herstelplan moeten maken. Daarbij is een andere visie op het investeringspercentage nodig, want de kostenbalans verandert snel. Vooral door technologische vernieuwingen.

Het criterium ‘kopen van de plank’ heeft gevolgen, want materieel komt niet vanzelf op de plank. Daar is kennis en geld voor nodig en de Nederlandse defensie gerelateerde industrie is niet ingericht op andere financiering dan via de overheid. Daarnaast veroorzaakt dit beleid een verder verlies van technische kennis bij Defensie. Daardoor zal de organisatie niet meer in voldoende mate technische producten kunnen beoordelen en voortgang van projecten kunnen evalueren. Gevolg is een groot risico op mislukte projecten en kostenoverschrijdingen.
Bij investeringen is het van groot economisch en wetenschappelijk belang dat het potentieel aan zeer geavanceerde, Nederlandse, technologie effectief wordt ingezet. Nederland is goed in radarsystemen, besturingselektronica en geavanceerde communicatie, wapen- en trainingssystemen. Die expertise moeten we gezamenlijk in stand houden, bijvoorbeeld om risico’s voor militairen te beperken. Ook kunnen, door deze kennis slim in te zetten, nieuwe exportproducten worden ontwikkeld.
Internationale samenwerking is volgens de nota “een pure noodzaak”. Daarbij zet Defensie echter vooral in op ad-hoc samenwerking bij projecten, terwijl materieelsamenwerking via NAVO en EDA nauwelijks wordt genoemd. Een gemiste kans om de krachten in Europa structureel verder te bundelen.



Meer informatie over het commentaar van de afdeling Defensie en Veiligheid van KIVI NIRIA vindt u op http://www.kiviniria.nl/dv.

Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs KIVI NIRIA is de beroepsvereniging van ingenieurs. Dit netwerk biedt mogelijkheden om kennis te ontwikkelen en te delen met andere professionals. Het uitdragen van het belang van techniek in de samenleving is ook een van de speerpunten van KIVI NIRIA.

Noot voor de redactie: Voor meer informatie kunt u terecht bij: Jan Wind via dv@kiviniria.nl of tel. T: 071-711 3973 of M: 06-2350 2003.

zondag 27 oktober 2013

Keeping up appearances in Mali



Kabinet wil internationaal krediet verdienen met een failliete militaire boedel

Daar gaan we weer, naar Mali dit keer. Om aan te tonen dat de Nederlandse krijgsmacht nog steeds op het hoogste geweldsniveau kan opereren, worden dit keer militairen van het Korps Commando Troepen (KCT) uitgezonden. Fitte kerels, die niet veel nodig hebben, die niet zo gauw piepen als er iemand sneuvelt, er te weinig te eten of munitie is, daar zijn ze immers voor getraind, die graag een zware missie klaren.

Een beter rookgordijn om de effecten van de bezuinigingen op Defensie te maskeren is er nauwelijks. Commando's staan bekend om hun can do mentaliteit. Maar nu wordt iets dat hen siert, misbruikt voor politieke doeleinden. Op het schaakbord van de internationale betrekkingen zijn ook commando's maar pionnen, die recht moeten breien wat opeenvolgende kabinetten aan geloofwaardigheid binnen de NAVO en de EU hebben kapot gemaakt.

Dat onze krijgsmacht inmiddels tot de kleinste en minst gefinancierde in de ' beschaafde ' wereld behoort, weten onze bondgenoten maar al te goed. En dat Nederland graag voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten als het om internationale medezeggenschap gaat, eveneens.
Vanaf de Val van de Muur stond Nederland vooraan om het ' vredesdividend ' te incasseren en in te zetten voor sociale vernieuwing. Nota bene, terwijl ons land binnen het bondgenootschap nu niet bepaald vooraan heeft gestaan om dat vredesdividend mogelijk te maken. Maar er stond iets tegenover: onze krijgsmacht werd hervormd tot een professionelere, inzetbare organisatie, die na de harde les van Srebrenica, zijn sporen zou verdienen in tal van buitenlandse missies.

Inmiddels kan onze krijgsmacht als geheel niet zo veel sporen meer verdienen. Sinds 2000 is het mes zo diep in de capaciteiten van de krijgsmacht gezet, met als absoluut dieptepunt de huidige bezuinigingsronde, dat de basiscapaciteiten beneden alle peil zijn en nichecapaciteiten zoals het Korps Commando Troepen, de enige zijn waarmee Nederland nog een beetje goede sier kan maken.
De commandant van het KCT staat ongetwijfeld te juichen dat 'zijn' Korps mag laten zien wat het waard is. Maar hij zal zich ook zorgen maken. Het KCT betrok zijn operators uit reguliere gevechtseenheden van de Koninklijke Landmacht.
Nu er van de reguliere gevechtseenheden van de KL niet meer over is dan zeven bataljons - welgeteld zijn dat ongeveer 5.000 militairen- is de spoeling waaruit geworven kan worden wel heel erg dun.

Noodgedwongen mogen burgers nu weer een gooi doen naar de Groene Baret, met nog hogere uitvalpercentages en veel hogere selectie- en opleidingskosten als gevolg. En die zullen – uiteraard – weer budget neutraal moeten worden opgelost, zodat ditmaal het KCT zich van binnenuit mag opvreten. De bezuinigingsorgie houdt pas op, als ook het vaandel van het KCT in het Infanteriemuseum in de Harskamp kan worden bijgezet.

Hoe dit alles ' In het Belang van Nederland ' is, moeten de minister en het kabinet mij nog maar eens uitleggen. Blijkbaar moet alles wijken voor de hogere boekhoudkunde van het CBP, het kabinet en de heer Rehn. Helaas voor de tienduizenden militairen die de afgelopen jaren hun leven waagden en werden beloond met hun congé, bevatten de modellen van deze bonentellers geen enkele variabele genaamd ' fysieke veiligheid ' , laat staan ' internationaal aanzien.'

Hoe een handelsnatie zijn krijgsmacht tot de laatste druppel uitknijpt om de schijn hoog te houden. Rutte, Samson en Dijsselbloem als Miss Bucket, uit Keeping up appearances, de Commandant der Strijdkrachten als haar weinig benijdenswaardige echtgenoot Richard en onze armetierige krijgsmacht als de familieleden uit de achterbuurt, die angstvallig aan het zicht onttrokken wordt door het raffinement van the lady of the house.

De lijfspreuk van het KCT luidt: Nunc uat nunquam (Nu of Nooit). Nu is het moment om het kabinet, het parlement en de bevolking te tonen, hoe uitgehold de krijgsmacht achter de politieke façade is. Dat is minstens zo moedig, als hetgeen kapitein Kroon (MWO) in Afghanistan heeft verricht. Alleen wordt dergelijke moed niet beloond met een Militaire Willemsorde, hooguit met een gedwongen ontslag of functioneren onder een politiek vergrootglas. Maar alles beter, dan de algehele teloorgang van onze krijgsmacht en uiteindelijk dus ook het Korps Commando Troepen.



drs. P.P. De Waal