maandag 24 februari 2014

What’s next, Mr Putin


‘De beer, een van de drie mascottes van de Spelen, zorgde er in het olympisch stadion voor dat het vuur uitging. Er liepen daarbij tranen over zijn wangen.’ Aldus de Telegraaf.nl op zondag 23 februari. 

Met gemengde gevoelens zal president Vladimir Poetin terugkijken op ‘zijn’ Olympische Spelen. 
Ruim 40 miljard euro heeft dit groots opgezette olympische feest het Russische volk gekost. Hoewel de - olympische - sport en politiek streng gescheiden zijn, was er wel degelijk een politiek doel: Rusland presenteren aan de wereld; erkenning als grootmacht, het eens zo’n grote en machtige Sovjet-Russische rijk is weer terug op het speelveld van de internationale politiek.
Het is maar zeer de vraag of dat gelukt is. Afgezien van het feit dat andere wereldleiders voor het merendeel afwezig waren als officieus protest vanwege de schending van mensen- en homorechten in zijn land, was er de gerechtvaardigde angst voor terroristische aanslagen vanuit de Kaukasus. 
Sociaal-economische spanningen steken steeds meer de kop op, en tot overmaat van ramp zijn er nu de ontwikkelingen in Ukraïne die het Olympische feest in Sotsji van de voorpagina’s hebben verdrongen.

Rusland dreigt een reus op lemen voeten te worden. Het recent verschenen boek ‘Fragile Empire, How Russia fell in and out of love with Vladimir Putin’ van journalist Ben Judah (Twitter: @b_judah) geeft een ontnuchterend beeld van de (on) macht van Poetin om van zijn imperium een democratische rechtstaat te maken. Over de corruptie die tot in alle geledingen van zijn maatschappij is doorgedrongen vanwege Poetin's verbondenheid met de oligarchen met hun economische macht. Over de opkomende, ontwikkelde middenklasse die zich niet meer laat afkopen met geld. De grote demonstraties in 2011 en 2012 tegen de herverkiezing van Poetin zijn dan wel neergeslagen, maar de onvrede blijft kolken onder de oppervlakte. Het is zeer de vraag of Poetin deze middenklasse in toom kan houden. 

Poetin heeft nog een ander probleem. Hij dreigt zijn invloed in Ukraïne te verliezen. Dit land, ook wel ‘klein Rusland’ genoemd:  Ukraine behoort sinds tsarina Catherina de Grote (1729-1796) tot het Russische rijk. Meer dan eenderde van de bevolking is Russisch. Stalin en Chroesjtsjov brachten hun zomervakanties door aan de Krim. Sebastopol is nog steeds een maritiem strategisch steunpunt van de Russische vloot.
Feitelijk is Ukraïne nooit een zelfstandig land geweest. Pas in 1991 werd Ukraïne autonoom. Op papier. Het huidige Rusland heeft zijn invloed er altijd behouden. Sterker nog, het merendeel van de Russische bevolking beschouwt Ukraïne gewoon als onderdeel van Rusland.
President Janoekovitsj, die vier jaar geleden democratisch werd verkozen, verblijft nu in Charkov, in het oostelijk deel van Ukraïne, waar de bevolking voor het merendeel Russisch is. Daar vindt op dit moment een congres plaats waar ook de gouverneur van de Krim aanwezig is. Janoekovitsj, gisteren afgezet door het parlement in Kiev, weigert af te treden. Hij beschouwt zich als rechtmatig gekozen president. Het laat zich niet moeilijk raden wat dit congres zal besluiten.

U ziet de bui al hangen: een hulpkreet van Janoekovitsj aan Poetin om de Russische burgers in zijn land te beschermen, zoals wij al eerder hebben meegemaakt tijdens de Koude Oorlog: Budapest (1956), Praag (1966), en na de Koude Oorlog de kortstondige oorlog in Zuid-Ossetië (2008). Zal Poetin Janoekovitsj’ hulpkreet beantwoorden?
Zo ja, hoe? Zal Poetin kiezen voor het voortbestaan van Ukraïne als eenheidsstaat waar hij zijn invloed kan behouden. Of kiezen voor een federatie van een West- en Oost-Ukraïne, waar hij in het oostelijk en zuidelijk deel zijn invloed zal kunnen behouden, met Sebastopol als haven voor zijn Russische vloot ?

Een kat in nood maakt rare sprongen. Hoewel een militaire interventie door Poetin hoogst onverantwoordelijk en onwaarschijnlijk zou zijn, kunnen de stoppen doorslaan, zeker als daar eeuwenlange nauwe relaties aan ten grondslag liggen.
Ukraïne is onderdeel van Europa, grenst aan Polen, dat lid is van de Europese Unie (EU) en lid van de NAVO. De EU en de NAVO willen rust aan haar grenzen, maar dat wordt hoogst onwaarschijnlijk met een kruitvat dat Ukraïne nu is geworden.
Hoewel de EU door bemiddeling van de Poolse, Duitse en Franse ministers van Buitenlandse Zaken door hun rechtstreekse bemiddeling eindelijk een krachtige rol heeft gespeeld, blijft het oppassen. 
Soft power van de EU legt het af tegen hard power van Poetin. De vlam kan zo in de pan slaan. Aangezien emotionele motieven hier een grote rol kunnen spelen is het gevaar van militair ingrijpen door Rusland bepaald niet denkbeeldig.

What’s next, Mr Putin? Het olympisch vuur in Sotsji is inmiddels gedoofd. Wat prijkt er bovenaan de agenda van Poetin op maandagochtend? Als de vlam in de pan slaat, zullen Europese politici inzien dat voor handhaving van de vrede een krachtige krijgsmacht nodig is. En die ontbreekt in Europa. Een oud spreekwoord zegt ‘Si vis pacem, para bellum’: ‘als je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog’.

Ton Welter, oud-marineofficier en oprichter van de Coalition for Defense (@coalitionfd)

































woensdag 12 februari 2014

Europa , maak nu eens werk van je defensie !




13 december 2013

Europe / EUforum en De Volkskrant

Alle EU-lidstaten bezuinigen op hun defensie. En dat gaat vrijwel zonder enige Europese coördinatie.

Beter laat dan nooit. Dat zou de eerste reactie kunnen zijn op de Europese Raad van 19 en 20 december, waar de Europese regeringsleiders en staatshoofden voor het eerst sinds lange tijd over het Europese veiligheids- en defensiebeleid zullen spreken. Voor zo'n gesprek is alle reden.

Geen 'militaire worm' meer

In 1991 typeerde de toenmalige Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Mark Eyskens, Europa als 'een economische reus, een politieke dwerg, en een militaire worm'. Nu is de EU de afgelopen jaren op veiligheidsgebied actiever geworden. Maar van de vele malen uitgesproken hooggestemde ambitie om te investeren in een daadwerkelijk gemeenschappelijk Europees veiligheids- en defensiebeleid, inclusief een autonome militaire capaciteit, is niet zo veel terecht gekomen. En dit terwijl de wereld om ons heen verandert en ons Europeanen dwingt juist onze veiligheid als gemeenschappelijk vraagstuk serieuzer te nemen.

Versmelting externe en interne veiligheid

In een meer multipolaire wereld zijn de VS immers niet langer bereid om in laatste instantie bij te springen als de Europese veiligheid wordt bedreigd. In de directe omgeving van de EU - Noord-Afrika, het Midden-Oosten, de Kaukasus - is sprake van toenemende instabiliteit. En de dreigingen worden diverser, met als opvallendste kenmerk een versmelting van externe en interne veiligheid.

Meer samenwerking en meer eigen Europese verantwoordelijkheid lijkt daarop het logische antwoord. De Europese Raad zet daarop in. Europa moet effectiever en zichtbaarder zijn op veiligheidsgebied. Er moet meer geïnvesteerd worden in militaire capaciteiten. En de Europese defensie-industrie moet versterkt worden. De documenten die de Europese Commissie en Catherine Ashton ter voorbereiding van deze Europese Raad hebben gepubliceerd, onderstrepen nog eens de noodzaak hiervan.

Militaire missies

Juist de afgelopen jaren laten zien dat onder Europese vlag minder en vooral ook kleinschaliger missies buiten het eigen grondgebied zijn uitgevoerd. De Europese bijdrage aan mondiale veiligheid en stabiliteit bestaat veelal uit training en ondersteuning, niet uit daadwerkelijke inzet van militaire middelen. Sterker, de interventie in Libië liet zien dat de EU - bij gebrek aan eenheid en juiste middelen - bij grootschalige operaties het initiatief aan de VS en de NAVO moet laten.

In het geval van de interventies in Mali en de Centraal-Afrikaanse Republiek laat Frankrijk zich weinig gelegen liggen aan de EU. 'Wachten op Europa, is wachten op Godot', zoals een Franse diplomaat in Le Figaro opmerkte. Het besluit daar in te grijpen werd dan ook geheel unilateraal genomen. Wie wil en kan, mag een bijdrage leveren aan wat au fond een Franse operatie is.

Militaire capaciteiten

Ernstiger nog is de situatie op het vlak van militaire capaciteiten. Die capaciteiten schoten al tekort, maar onder druk van de financieel-economische crisis wordt in alle lidstaten bezuinigd op defensie. Van enige coördinatie op EU-niveau is vrijwel geen sprake. En dat terwijl juist met het oog op nu al bestaande tekorten als het gaat om cruciale middelen, afstemming ten aanzien van bezuinigingen én investeringen een voorwaarde is voor het handhaven van een geloofwaardig Europees defensieapparaat.

Ook hier geven EU-lidstaten vooral uit praktische overwegingen de voorkeur aan onderlinge samenwerking (zie de Belgisch-Nederlandse samenwerking) boven Europese afstemming. Pooling and sharing op bilaterale basis is het adagium. Daar is in beginsel niets op tegen, maar ook dat kan uiteindelijk alleen werken als die bilaterale aanpak is ingebed in een bredere Europese strategie. En die is afwezig.

Europese defensie-industrie

Waar als het gaat om aanschaf en inzet van materiaal en samenwerking tussen landen juist nu zoveel zwaarder weegt, geldt dat ook voor de ernstig gefragmenteerde Europese defensie-industrie. De EU-lidstaten investeren vergelijkenderwijs weinig in militaire research & development. Het effect daarvan wordt extra verkleind doordat lidstaten - de grote jongens voorop - hun eigen industrie beschermen. Het gevolg is duplicatie, te hoge productiekosten, te duur materiaal en verlies aan concurrentiekracht op de mondiale markten. Het grootste verlies is dat bij voortgang hiervan Europa niet meer in staat zal zijn op basis van industriële kracht in de eigen veiligheid te voorzien.

Kortom, bij alle ambities laat de werkelijkheid een kaalslag zien. De vraag is of de EU-lidstaten op 19 en 20 december bereid en in staat zijn over hun schaduw heen te springen. Zo niet, dan is er wederom sprake van een verloren Europese top en zit er zoveel jaar later nog altijd veel waars in de uitspraak van Mark Eyskens.

Jan Rood en Kees Homan, beiden verbonden aan het Instituut Clingendael