maandag 5 november 2012


Welkom  mevrouw Jeanine Hennis-Plasschaert !


Mijn hartelijke en wel gemeende felicitaties voor u, dat uw droom is verwezenlijkt, nog
maar een paar maanden geleden zei u ooit wellicht Minister van Defensie te willen worden.
Dromen hoeven dus geen bedrog te zijn, het is juist goed  je dromen na te jagen.

Ook ik heb een droom: dat u en dit kabinet de verdere afbraak van de Krijgsmacht tot staan
zullen brengen en de moed hebben ruimte te scheppen voor een Krijgsmacht die ook in het
buitenland respect afdwingt door omvang en uitrusting. Het is niet een kwestie van niet
kunnen- budgettair- het is een kwestie van willen, het nemen van verantwoordelijkheid die
recht doet aan onze positie als 16e economische natie ter wereld.

Als verontruste en betrokken Nederlander, bevlogen Europeaan, ondernemer en oud marine
officier ben ik verheugd dat een vrouw als u op deze zo belangrijke post benoemd is.
U zult echter aan uw droom moeten vast houden om van onze Krijgsmacht een weerbaar,
modern, flexibel, krachtig, geïntegreerd, inzetbaar maar vooral gemotiveerd apparaat te maken,
om te voorkomen dat uw droom een nachtmerrie wordt. Defensie is na ruim 20 jaar
onverantwoord  en vooral kortzichtig bezuinigen onder het motto van ‘  het binnen halen van
het vredesdividend ’, verworden tot een Krijgsmacht die in hoge mate niet meer in staat is om
aan haar verplichtingen conform het gestelde in onze Grondwet en de afspraken binnen de
NAVO  te voldoen.

Te lang, te vaak, heeft binnen Defensie en opeenvolgende kabinetten een boekhouders
mentaliteit geregeerd, waardoor het budget de inzetbaarheid van onze ‘ Zwaardmacht’
bepaalde, niet de feitelijke militair strategische, economische en de ingrijpend veranderende
geopolitieke situatie in onze wereld van de 21e eeuw. Aan een coherente en duidelijke visie
die binnen Defensie aanwezig was en is, werd geen gevolg gegeven. Te vaak is  het budget
voor Defensie door onze opeenvolgende kabinetten gezien als restpost op de begroting,
waarbij  niet geschroomd werd om alweer te bezuinigen om gaten in Rijksbegroting te
dichten.

Dit, ondanks vele rapporten, studies, en oproepen aan het kabinet om de realiteit van vandaag
onder ogen (durven) te zien. De indruk is gewekt dat, alhoewel men in ‘ Den Haag ’
ongetwijfeld zeer goed op de hoogte is van huidige en toekomstige bedreigingen die ons
tegemoet komen, dàt niet heeft willen weten, daar naar niet heeft willen handelen, en niet
haar verantwoordelijkheid heeft willen nemen.
Een serieus, intensief veiligheidsdebat naar aanleiding van ‘ De Strategische Verkenningen’,
van het Ministerie van Defensie, de publicaties van The Hague Centre for Strategic Studies,
de vele publicaties van verontruste Nederlanders in de diverse kranten en tijdschriften, en zeer
recent de brief aan de informateurs van de AIV, heeft tot nu toe in het parlement niet plaats
gevonden. Hetgeen naar mijn mening onbegrijpelijk en onverantwoord is. Het alarm signaal
dat de militaire top van Defensie in september jl. heeft afgegeven, heeft nauwelijks weerklank
gekregen binnen de politieke partijen, noch tijdens de verkiezings- campagne, en al helemaal
niet onder de Nederlandse Bevolking.

Horende doof, ziende blind ‘ , hebben de opeenvolgende kabinetten zich slechts laten leiden
door de ‘ tucht ’ van de Financiële markten en hun angst om de sympathie van de kiezers te
verliezen. Een land, een natie, wordt echter niet alleen gerespecteerd door de hoogte van haar
BNP, de ‘ gezondheid van Rijks Financiën’ , maar juist ook door haar solidariteit met haar
partners binnen de EU, en in militair opzicht het nakomen van haar overeengekomen
verplichtingen binnen de  NAVO.

Daarin  hebben onze opeenvolgende kabinetten ernstig verzaakt.

De verplichting aan de NAVO van de kabinetten om 2% van ons BNP aan te wenden voor
Defensie werd decennia met voeten getreden, met als gevolg dat Nederland op dit moment
niet meer dan circa 0,9 % van haar BNP toewijst aan haar ‘ Zwaardmacht’.  Wij zijn  -
budgettair - daarmede afgezonken tot het laagste niveau in de rangorde van de NAVO
 lidstaten, en hebben mede hierdoor het  stempel van onze partners verworven van een
 ‘ free rider’ , wij laten door deze minimale inspanning immers onze partners opdraaien voor
onze defensie verplichtingen, een schande, een Koninkrijk der Nederlanden als de 16e
economische natie (van de ruim 200 landen) ter wereld onwaardig De uitzending van het
televisie programma van’ Brandpunt ‘ van gisteravond, liet in dat opzicht niets aan
duidelijkheid te wensen.

Het Koninkrijk der Nederlanden zou zich moeten schamen. In ieder geval doe ik dat als
Nederlands staatsburger.

Afgezien van het feit  dat onze Krijgsmacht ‘ piept en kraakt ’  maak ik mij grote zorgen over
het moreel van onze militairen en haar defensie ambtenaren. In personele omvang
gereduceerd tot nauwelijks meer dan de binnenkort op te richten Nationale Politie, in
materieel opzicht  gedecimeerd tot een niveau dat ons terug brengt naar de tijd van ‘ het
gebroken geweertje’ van de jaren dertig van de vorige eeuw, de almaar voortdurende
bezuinigen , niet alleen in materieel opzicht maar ook op het terrein van arbeidsvoorwaarden,
en carrière vooruitzichten, hebben naar mijn overtuiging het personeel van Defensie murw
gemaakt. Dat zij desondanks loyaal blijven en bereid zijn om zich in te zetten – zelfs bereid
zijn hun leven te geven-  voor het Koninkrijk der Nederlanden staat in schril contrast met de
disloyaliteit van opeenvolgende kabinetten.

Aan deze boekhouders mentaliteit  moet een einde komen. Het vernietigt de ziel, de
weerbaarheid van onze Krijgsmacht. Dat kan door een ‘ mentality change ’ op gang te
brengen, binnen het kabinet, Defensie, maar zeer zeker en vooral bij de Nederlandse
bevolking.
 Er dient naar mijn overtuiging een bewustwording proces in gang gezet te worden om de
Nederlandse bevolking er van te doordringen dat ‘ Vrede’ , een uniek kostbaar goed is, zeer
broos is, en ieder moment te niet gedaan kan worden.  Een marketing programma, lezingen,
seminars, ja zelfs een ‘ dedicated TV Channel ‘ - zoals gebruikelijk in andere landen om ons
heen-  moet gestart worden om Nederland  bewust te maken van het feit dat Vrede verdedigd
moet worden om te voorkomen dat het al weer misgaat.  Wij zullen te alle tijde alert moeten
zijn, om Vrede binnen Europa te bestendigen. Daartoe hebben wij een volwaardige, voor haar
taken modern uitgeruste Krijgsmacht nodig die binnen de NAVO gezien en gerespecteerd
wordt als een loyale en betrouwbare partner.
Zeven en zestig jaar vrede hebben ons zelfgenoegzaam gemaakt, in slaap gesust, ons doen
geloven in een eeuwig durende vrede, zeker in Nederland. De grenzen van Nederland  liggen
echter ver achter onze dijken, onze grenzen zijn die van het NAVO gebied, grenzend aan
Syrië en aan de Noord Afrikaanse Landen, die op dit moment een zeer ernstig potentieel
militair gevaar vormen voor Europa en dus Nederland. En dan heb ik nog niet het potentiële
gevaar genoemd van Ballistic Missles die door allerlei ‘ Krijgsheren’  en terroristische
organisaties  uit het Midden Oosten op het grondgebied van De NAVO afgevuurd zullen
worden, mocht Israël besluiten de kerncentrales van Iran onschadelijk te maken, hetgeen
bepaald geen irreële mogelijkheid is in de zeer afzienbare toekomst.

De indrukwekkende militaire opbouw van China en überhaupt door de landen rondom de
Pacific, de met kracht ingezette modernisering van de Russische Krijgsmacht onder President
Poetin, het gebeurt allemaal niet voor niets. Economische belangen, naast ‘ trots’  zijn hier in
hoofdzaak de drijfveer. Dat zou ons kabinet moeten doen besluiten de vaarroutes vanuit de
Pacific beter en krachtiger te beschermen door een geloofwaardige presentie , immers deze
internationale vaarroutes zijn de halsslagaders van onze economie.

Als oud officier van de Koninklijke Marine en als Nederlands staatsburger, voel ik het mijn
plicht mijn stem te laten horen voor een krachtige Nederlandse Defensie, ik verwijs naar mijn
lezing op 7 juni jl. voor de Koninklijke Vereniging van Marine Officieren, die gepubliceerd is
in het Marineblad van 23 juni en een zeer verkort uittreksel daarvan in de NRC en NRC Next
van resp. 7 en 12 juni jl. Wellicht dat u hierdoor nog meer overtuigd zult zijn om niet alleen
een mentaliteitsomslag te weeg te brengen, maar dat u zich hierdoor gesterkt voelt om in de
komende jaren een deugdelijk, consistent, financierbare Krijgsmacht op te bouwen gebaseerd
op 2% van het BNP. Mijn ultieme wens is dat dit percentage wordt vast gelegd in de
Grondwet, zodat de Defensie begroting nooit meer gebruikt gaat worden als grabbelton voor
het dekken van tekorten in de Rijksbegroting .

Tot slot : laat ‘ Je Maintiendrai ’ weer met trots en overtuiging uit gedragen worden, door een
goed gemotiveerde Krijgsmacht, die zich gesterkt voelt door een loyaal kabinet  en een
bevolking, die het belang van een krachtige Defensie inziet en ondersteunt.
De militairen, mensen van de koopvaardij, burgers, die hun leven hebben gegeven in de
2e W.O en degenen die sneuvelden tijdens de vele ‘ vredesoperaties ’ hebben daar recht op.
Alleen maar herdenken op 4 en 5 mei, hoe plechtig en serieus ook, is onvoldoende. Daar
behoud je geen Vrede mee.

Met een krachtige en geloofwaardige Krijgsmacht, in samenwerking met onze bondgenoten,
hoogstwaarschijnlijk wel. Is het kabinet daar niet toe bereid, dan zijn wij geen knip voor onze
neus waard en dragen wij meer dan terecht het predicaat van ‘ free rider’.

Zestien miljoen Nederlanders rekenen op u, ik wens u alle steun en daadkracht toe.

Come Fly with me

Ton Welter