De internationale veiligheidssituatie, - met name die in het Midden Oosten, de explosieve
situatie in Pakistan, India en Afghanistan, de toenemende wapenwedloop in de Pacific, het wapengekletter van Noord
Korea en diens opzegging van het niet-aanvalsverdrag met Zuid Korea, de piraterij rondom de Oostkust
van Afrika, de hierdoor dreigende situatie voor onze handelsbelangen - zal in toenemende mate vereisen dat de Sea Lines of Communication veilig
gesteld moeten worden.
Het is niets voor niets dat de
Amerikaanse regering haar militiare aanwezigheid met name in de Pacific en
Indische Oceaan in toenemende mate versterkt.
Meer dan 70% van de wereldbevolking leeft
in kustgebieden, voorzienbaar is dat daar dan ook in de komende jaren de meeste
conflicten zullen ontstaan.
De
onlangs gepubliceerde studie van Clingendael gaat in zijn analyse volledig
voorbij aan deze ontwikkelingen. Deze studie baseert zich louter en alleen op
het huidige beschikbare defensiebudget en geeft daarin aan wat met dit
defensiebudget de mogelijkheden zijn, maar vermijdt te vermelden welke
mogelijkheden de Nederlandse Krijgsmacht niet
meer heeft. Het huidige defensiebudget is te gering om te anticiperen op en
rekening te houden met, de hierboven genoemde internationale
veiligheidssituatie. Clingendael vermijdt in haar rapport hierover ook maar één
krtitische, waarschuwende opmerking te plaatsen.
Het
feit dat de laatste jaren het defensiebudget totaal geen rekening houdt met
deze zich ontwikkelende geo-politieke situatie, zoals al in 2010 breed is
uitgemeten in de doorwrochte studie van maar liefst 6 ministeries: ‘ De Verkenningen
2010’ en in dreigingsanalyses van de
MIVD en AIVD is op zijn zachts gezegd verbluffend en getuigt van een volslagen
gebrek aan realiteitszin van onze huidige politici om deze situatie onder ogen
te durven zien.
Willen
we misschien weer terug naar onze neutraliteitspolitiek van begin vorige eeuw
en er op vertrouwen dat anderen wel zorg zullen dragen voor het herstel van
vrede en veiligheid in een stabiele wereld? Wij hebben ervaren in 1940 dat dàt
een heilloze weg is gebleken.
Dat
het rapport van Clingendael op geen enkele wijze verwijst naar deze studie
en dreigingsanalyses, alsmede naar de
razendsnelle, ingrijpende, veranderende geo-politieke situatie in de wereld, is
uitermate zorgwekkend.
Het
rapport van Clingendael laadt hierdoor de verdenking op zich deze studie te
hebben geschreven in opdracht van het huidige kabinet, dat door het uitblijven
van een non existent Defensie beleid hierin
legitimatie zoekt voor een verdere afbraak van de Nederlandse Krijgsmacht.
Deze
afbraak is al sinds begin jaren 90 van de vorige eeuw aan de gang. Immers, sinds
het einde van de Koude Oorlog, geeft Nederland zich al jaren lang geen
rekenschap meer van de behoeften van de NAVO; onder het motto van het ‘ binnenhalen
van het Vredes Dividend’ hebben opeenvolgende kabinetten het defensiebudget tot
minder dan 1% van het BNP teruggebracht,
- in strijd met de afspraak van 2 % van het BNP en zonder vooroverleg met haar NAVO bondgenoten- waardoor het Koninkrijk der Nederlanden, het
tweede rijkste land binnen de Europese Unie,
zich het predikaat van ‘ free
rider’ heeft verworven binnen dit bondgenootschap.
Gedreven
door haar monomane preoccupatie met financieel-economische vraagstukken hebben
Nederlandse kabinetten grote gaten doen onstaan in haar defensiecapaciteit en
daardoor indirect ook aan die van de NAVO als geheel. De internationale
solidariteit op veiligheidgebied binnen de NAVO is hierdoor willens en wetens
ondermijnd.
De
oorlog in Lybië en de interventie van de Franse regering in Mali hebben
overtuigend duidelijk gemaakt dat de NAVO zonder steun van onze Amerikaanse
bondgenoot niet zelfstandig kan opereren:
zonder
Amerikaanse steun beschikten de Franse en Engelse vliegtuigen over onvoldoende
munitie en brandstof om hun acties boven Lybie uit te voeren; in Mali heeft een
enkel NAVO land , waaronder Nederland, Frankrijk slechts beperkt kunnen ondersteunen met transport c.q.
tankvliegtuigen bij haar militaire acties in het neutraliseren van ‘
Krijgsheren en terroristische Al-Qaeda-achtige groeperingen ‘ opererend in de
achtertuin van Europa, op slechts 3 uur vliegen van Parijs.
Het
rapport van Clingendael heeft deze houding van Nederland klakkeloos overgenomen
en schaart zich zonder meer achter de passieve, unilaterale koers die de Nederlandse
regering de laatste 10 jaar heeft gevaren, met
uitzondering van onze missie in Uruzgan waar Nederland als ‘ leadnation ’ optrad, echter de
eenzijdige en onverwachte terugtrekking
uit Uruzgan heeft de goodwill die wij als natie hadden opgebouwd binnen de NAVO
volledig te niet gedaan.
De
studie van Clingendael geeft evenmin de grens aan, tot waar de Nederlandse
bijdrage aan internationale solidariteit binnen de NAVO en Europa dient te
gaan.
Onder
het voorwendsel van ‘ internationale samenwerking ‘ trekt Nederland zich steeds
verder terug van actieve militaire en financiële ondersteuning aan het NAVO bondgenootschap.
De
ontwikkelingen hier geschetst, dwingen Nederland eerder vroeger dan later tot een definitieve keuze:
of haar Krijgsmacht is niet meer toegerust om ‘ Krijg’ te voeren en zal
verworden tot een
‘ veredelde cosmetische politiemacht ’ ter ondersteuning van louter nationale taken,
of Nederland staat weer op en laat de Nederlandse Leeuw niet verder in haar ‘ hemdje’
staan.
Er
gloort echter een kentering aan de horizon : de Voorzitter van de 2e
Kamerfractie van de VVD heeft vorige week tijdens een partijcongres aan zijn
toehoorders laten weten ‘ geen leuke boodschap te hebben ‘: het Defensie budget
– juist ten tijde van bezuinigingen- moet omhoog…,
hij zei o.m. dat wij er niets aan hebben om een goede gezondheidszorg te
hebben, terwijl wij tegelijkertijd niet in kunnen staan voor de veiligheid van
ons land.
Ik
hoop dat het niet te laat is.
Come Fly with me
Ton Welter
Geen opmerkingen:
Een reactie posten