woensdag 10 april 2013

Clingendael, Quo Vadis ?



        
     
    De internationale veiligheidssituatie, -  met name die in het Midden Oosten, de explosieve situatie in Pakistan, India en Afghanistan, de toenemende wapenwedloop  in de Pacific, het wapengekletter van Noord Korea en diens opzegging van het niet-aanvalsverdrag met Zuid Korea, de piraterij rondom de Oostkust van Afrika, de hierdoor dreigende situatie voor onze handelsbelangen -  zal in toenemende mate vereisen dat de Sea Lines of Communication veilig gesteld moeten worden.
    Het is niets voor niets dat de Amerikaanse regering haar militiare aanwezigheid met name in de Pacific en Indische Oceaan in toenemende mate versterkt.
     
    Meer dan 70% van de wereldbevolking leeft in kustgebieden, voorzienbaar is dat daar dan ook in de komende jaren de meeste conflicten zullen ontstaan.

  De onlangs gepubliceerde studie van Clingendael gaat in zijn analyse volledig voorbij aan deze ontwikkelingen. Deze studie baseert zich louter en alleen op het huidige beschikbare defensiebudget en geeft daarin aan wat met dit defensiebudget de mogelijkheden zijn, maar vermijdt te vermelden welke mogelijkheden de Nederlandse Krijgsmacht niet meer heeft. Het huidige defensiebudget is te gering om te anticiperen op en rekening te houden met, de hierboven genoemde internationale veiligheidssituatie. Clingendael vermijdt in haar rapport hierover ook maar één krtitische, waarschuwende opmerking te plaatsen.

Het feit dat de laatste jaren het defensiebudget totaal geen rekening houdt met deze zich ontwikkelende geo-politieke situatie, zoals al in 2010 breed is uitgemeten in de doorwrochte studie van maar liefst 6 ministeries: ‘ De Verkenningen 2010’  en in dreigingsanalyses van de MIVD en AIVD is op zijn zachts gezegd verbluffend en getuigt van een volslagen gebrek aan realiteitszin van onze huidige politici om deze situatie onder ogen te durven zien.
Willen we misschien weer terug naar onze neutraliteitspolitiek van begin vorige eeuw en er op vertrouwen dat anderen wel zorg zullen dragen voor het herstel van vrede en veiligheid in een stabiele wereld? Wij hebben ervaren in 1940 dat dàt een heilloze weg is gebleken.

Dat het rapport van Clingendael op geen enkele wijze verwijst naar deze studie en  dreigingsanalyses, alsmede naar de razendsnelle, ingrijpende, veranderende geo-politieke situatie in de wereld, is uitermate zorgwekkend.
Het rapport van Clingendael laadt hierdoor de verdenking op zich deze studie te hebben geschreven in opdracht van het huidige kabinet, dat door het uitblijven van een non existent Defensie beleid hierin legitimatie zoekt voor een verdere afbraak van de Nederlandse Krijgsmacht.

Deze afbraak is al sinds begin jaren 90 van de vorige eeuw aan de gang. Immers, sinds het einde van de Koude Oorlog, geeft Nederland zich al jaren lang geen rekenschap meer van de behoeften van de NAVO; onder het motto van het ‘ binnenhalen van het Vredes Dividend’ hebben opeenvolgende kabinetten het defensiebudget tot minder dan 1% van het BNP teruggebracht,  - in strijd met de afspraak van 2 % van het BNP en zonder vooroverleg met haar NAVO bondgenoten-  waardoor het Koninkrijk der Nederlanden, het tweede rijkste land binnen de Europese Unie,  zich het predikaat van ‘ free rider’ heeft verworven binnen dit bondgenootschap.
Gedreven door haar monomane preoccupatie met financieel-economische vraagstukken hebben Nederlandse kabinetten grote gaten doen onstaan in haar defensiecapaciteit en daardoor indirect ook aan die van de NAVO als geheel. De internationale solidariteit op veiligheidgebied binnen de NAVO is hierdoor willens en wetens ondermijnd.
De oorlog in Lybië en de interventie van de Franse regering in Mali hebben overtuigend duidelijk gemaakt dat de NAVO zonder steun van onze Amerikaanse bondgenoot niet zelfstandig kan opereren: 
zonder Amerikaanse steun beschikten de Franse en Engelse vliegtuigen over onvoldoende munitie en brandstof om hun acties boven Lybie uit te voeren; in Mali heeft een enkel NAVO land , waaronder Nederland, Frankrijk slechts beperkt kunnen ondersteunen met transport c.q. tankvliegtuigen bij haar militaire acties in het neutraliseren van ‘ Krijgsheren en terroristische Al-Qaeda-achtige groeperingen ‘ opererend in de achtertuin van Europa, op slechts 3 uur vliegen van Parijs.

Het rapport van Clingendael heeft deze houding van Nederland klakkeloos overgenomen en schaart zich zonder meer achter de passieve, unilaterale koers die de Nederlandse regering de laatste 10 jaar heeft gevaren, met uitzondering van onze missie in Uruzgan waar Nederland als ‘ leadnation ’ optrad, echter de eenzijdige en onverwachte  terugtrekking uit Uruzgan heeft de goodwill die wij als natie hadden opgebouwd binnen de NAVO volledig te niet gedaan.

De studie van Clingendael geeft evenmin de grens aan, tot waar de Nederlandse bijdrage aan internationale solidariteit binnen de NAVO en Europa dient te gaan.
Onder het voorwendsel van ‘ internationale samenwerking ‘ trekt Nederland zich steeds verder terug van actieve militaire en financiële  ondersteuning aan het NAVO bondgenootschap.

De ontwikkelingen hier geschetst, dwingen Nederland  eerder vroeger dan later tot een definitieve keuze: of haar Krijgsmacht is niet meer toegerust om ‘ Krijg’ te voeren en zal verworden tot een 
‘ veredelde cosmetische politiemacht ’  ter ondersteuning van louter nationale taken, of Nederland staat weer op en laat de Nederlandse Leeuw niet verder in haar ‘ hemdje’ staan.

Er gloort echter een kentering aan de horizon : de Voorzitter van de 2e Kamerfractie van de VVD heeft vorige week tijdens een partijcongres aan zijn toehoorders laten weten ‘ geen leuke boodschap te hebben ‘: het Defensie budget – juist ten tijde van bezuinigingen- moet omhoog…, hij zei o.m. dat wij er niets aan hebben om een goede gezondheidszorg te hebben, terwijl wij tegelijkertijd niet in kunnen staan voor de veiligheid van ons land.

Ik hoop dat het niet te laat is.

Come Fly with me

Ton Welter




     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten